Week de gelatine in koud water en maak ondertussen de panna cotta.

Doe hiervoor de slagroom, melk, koffie en suiker in een pannetje. Snijdt het vanillestokje open, schraap het merg eruit en doe zowel het merg als het stokje ook in de pan. Breng dit rustig aan de kook en laat 10 minuten zachtjes doorkoken. Roer het mengsel af en toe door.

Haal de pan van het vuur en verwijder het vanillestokje.

Knijp de blaadjes gelatine een klein beetje uit en roer deze één voor één met een garde door de room. Verdeel de koffie panna cotta over vier mooie glazen en zet ze minimaal twee uur in de koelkast.

In de tijd dat de panna cotta opstijft, kun je de koffie-karamelsaus maken. Meng de slagroom met de oploskoffie en een flinke snuf grof zeezout en zet dit apart.

Doe de suiker met 1 el water in een pannetje en zet dit op een zacht vuur. Laat dit rustig karameliseren, zonder te roeren! (Anders krijg je straks kristallen in je saus). Het mengsel af en toe rustig rond laten walsen in de pan mag wel.

Als de suiker is gesmolten en mooi goudbruin van kleur is, haal je de pan van het vuur en voeg je de boter toe. Roer met een pollepel goed door en voeg daarna de room toe. Blijf roeren tot je een mooie, egale saus hebt.

Giet de koffie-karamelsaus in een kannetje en laat afkoelen. Serveer deze bij de panna cotta. (Tip: bewaar de saus buiten de koelkast, dat kan best even en op kamertemperatuur smaakt hij het lekkerste).