Zeef het bakmeel met het bakpoeder boven een kom. Voeg het zout en de kaneel toe en roer dit door elkaar.

Smelt de boter in een klein pannetje of op een lage stand in de magnetron. Doe de gesmolten boter bij het meel.

Scheid de eieren en voeg de eidooiers en de helft van de karnemelk toe aan het meel. Klop goed door elkaar en voeg beetje bij beetje de rest van de melk toe tot je een mooi beslag hebt.

Klop de eiwitten stijf in een aparte - brandschone - kom en schep deze voorzichtig door het beslag, zodat het luchtig blijft.

Verwarm wat olie in een koekenpan en bak de kaneel pannenkoeken steeds met drie tegelijk tot ze aan beide kanten mooi goudbruin zijn.

Maak ondertussen de frosting door de poedersuiker te mengen met de kaneel. Voeg steeds een heel klein beetje water toe tot de frosting de gewenste dikte heeft. Je wilt hem schenkbaar hebben, maar niet al te dun zodat de frosting niet direct van de kaneel pannenkoeken afloopt.

Eventueel kun je ook nog wat suiker mengen met wat kaneel en deze kaneelsuiker over de pannenkoeken strooien.