Begin met het maken van de custard. Klop hiervoor de eierdooiers los in een kom met de suiker en maizena.

Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Doe deze samen met de melk in een pannetje en voeg het vanillestokje ook toe. Verwarm de melk, verwijder het vanillestokje en voeg daarna de warme melk al kloppend met een garde toe aan het eimengsel. Doe daarna alles weer terug in het pannetje en verwarm het mengsel onder voortdurend kloppen met een garde een paar minuten, tot er een vla ontstaat.

Giet de custard in een kom en dek hem af. Bewaar in de koelkast tot gebruik.

Ga nu verder met het deeg voor de custardbroodjes. Meng hiervoor de bloem met de suiker en de kardemom. Roer ook de gist erdoor.

Smelt de boter en voeg deze toe aan het bloem-mengsel. Verwarm de melk tot deze lauw-warm is en voeg beetje bij beetje de melk toe aan het deeg. Kneed het geheel tot een soepel deeg en laat het in een licht met olie ingevette kom een uur rijzen onder een schone theedoek. Dit gaat het beste op een tochtvrije, warme plek in huis.

Kneed het deeg nog een keer goed door en verdeel het in 6-8 porties. Vorm er mooie bolletjes van en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek het skolebrod af met een schone theedoek en laat de broodjes nog een half uur rijzen.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Maak de bolletjes iets platter met je hand en maak een holletje in elk broodje door met je vingers of een vijzel een holletje in het deeg te duwen. Vul elk holletje met custard.

Bestrijk de randen van de broodjes met losgeklopt ei en bak de skoleboller in 20 minuten gaar. Laat de broodjes volledig afkoelen op een rooster.

Als de broodjes helemaal zijn afgekoeld maak je een frosting door de poedersuiker los te roeren met water, tot je de gewenste dikte bereikt. Maak de frosting niet te dun, dan loopt het van de broodjes af. Als de frosting heel langzaam van je lepel afloopt is hij perfect. Bestrijk het skolebrod met de frosting en bestrooi ze meteen met kokosrasp.