Zeef de bloem en voeg deze samen met het zout, de eidooier en het vanille-extract toe aan het botermengsel. Meng met koele handen tot een mooi deeg. Laat het deeg nu bij voorkeur een uurtje rusten in de koelkast, ingepakt in plasticfolie.

Verwarm de oven voor op 175 graden en bekleed twee bakplaten met bakpapier. Bestuif je aanrecht en een deegroller met wat bloem en rol het deeg uit tot een halve centimeter dikte. Bebloem ook de koekstekers lichtjes aan de binnenkant.

Steek koekjes uit het deeg met een koeksteker en leg de koekjes op de bakplaten. Dit gaat beter als het deeg koel blijft, dus laat eerst de helft van het deeg in de koelkast liggen en vul één bakplaat met koekjes voor je verder gaat met de tweede bakplaat.

Bak de twee bakplaten met zandkoekjes na elkaar in ongeveer 14-16 minuten af in de oven. De koekjes zijn klaar als ze aan de buitenkant beginnen te kleuren, maar aan de binnenkant nog wat bleek zijn.

Laat de zandkoekjes volledig afkoelen en maak ondertussen de icing door de poedersuiker te verdelen over twee bakjes. Voeg er beetje bij beetje wat water aan toe tot de icing vloeibaar wordt, maar ook weer niet te dik wordt. Als hij rustig van je lepel af loopt, is hij goed.

Doe rode kleurstof in één van de bakjes en roer goed door tot je een mooie, roze-rode icing hebt (voeg steeds maar één druppel toe, als je de icing donkerder wilt, voeg je nog wat extra kleurstof toe). Versier nu de koekjes met de icing en laat dit goed uitharden voor je ze verder versiert met behulp van de decoratiestiften.